Zoekresultaten
66 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht
- Zondigen
Wat een vreemd woord eigenlijk. Zonde. Alsof je iets doet wat niet mag. Alsof er een universele lijst is met wat wél en wat níet hoort. En dat jij daar vanaf wijkt. Foei. Maar zondigen bestaat niet. Het is bedacht. Door mensen. Door culturen, religies, overtuigingen. Een frame van schuld en schaamte. Je doet iets, en ineens ben je fout. Zonde is: jij die jezelf gelooft als je denkt dat je verkeerd bent. Zonde is: je verlangens onderdrukken om erbij te horen. Zonde is: je aanpassen aan regels die jou niet dienen. Zondigen zit inmiddels overal in. Te veel eten. Te vet eten. Te laat eten. Je hoort het mensen zeggen: “Ik heb gezondigd.” Alsof je een morele fout hebt begaan omdat je een stuk taart nam. Maar je bent geen slechter mens omdat je iets eet wat niet hoort volgens bepaalde gezondheidsguru’s. Je lichaam is geen zondig tempelcomplex. Je hoeft je niet te verontschuldigen voor genieten. Wie bepaalt eigenlijk wat een zonde is? Vroeger was het zonde om op zondag de was buiten te hangen. Nu is het zonde als je niet aan jezelf werkt, niet spiritueel genoeg bent, niet ‘bewust’ leeft. Zelfde truc, nieuw jasje. Maar de échte zonde? Is dat je jezelf verlaat. Je impuls negeert. Je waarheid inslikt. Je vuur dooft. Niet omdat het verkeerd is wat je doet maar omdat je niet meer voelt wat waar is voor jou. Dus zondig. Voluit. Niet om te rebelleren. Maar om vrij te zijn. Laat de heilige wetten maar schuiven. Jij weet diep vanbinnen allang wat klopt.
- Gezondheid in een ongezonde wereld
Het is geen gezondheid om goed te functioneren in een zieke wereld. Toch is dat wat veel mensen proberen. Zichzelf aanpassen aan systemen die diep van binnen wringen. Meedraaien in tempo’s die geen ruimte laten om stil te staan. Voldoen aan verwachtingen die je juist verder van jezelf afbrengen. En als dat niet lukt?Dan lijkt er iets mis met jou.Dan moet je jezelf verbeteren, sterker worden, dóórzetten. Maar wat als jouw systeem niet faalt, maar voelt?Wat als je burn-out een signaal is en geen storing?Wat als je depressie een diep weten is dat zegt: dit klopt niet voor mij ?Wat als je lijf het allang weet? We leven in een wereld die verdeeldheid normaal is gaan vinden.Van het lichaam. Van gevoel. Van rust. Van natuur. Van verbinding. Gezondheid is niet dat je blijft ronddraaien in iets dat eigenlijk niet klopt voor jou.Gezondheid is soms juist dat je stilvalt. Dat je niet meer mee wil. Dat je juist niet meer past. Dat je zegt: Ik stop! Ik doe eens niet. En ik luister weer naar mij. Misschien is dát het begin van echt leven.
- Waarom ik niet meer streef naar professionaliteit
Waarom ik niet meer streef naar professionaliteit. Professionaliteit is een rol. En heel lang deed ik mijn best om vooral professioneel over te komen. Maar wat als echte professionaliteit juist zit in durven breken, samen dragen, aanwezig en gewoon mens zijn? Aanwezigheid is een staat van zijn. En daar begint heling. Soms gebeurt het stilletjes, zonder aankondiging. In een opleidingsdag die ogenschijnlijk gewoon verloopt, tijdens een oefening waarin we de diepte verkennen, breekt er ineens iets open. Een deelnemer raakt zichtbaar geraakt, haar stem hapert, de tranen wellen op. Ze wil zich groot houden, zoals ze dat al haar hele leven geleerd heeft. Maar haar lichaam vertelt een ander verhaal, een eerlijker verhaal. Eentje dat schreeuwt om gezien te worden. En ik voel: dit is het moment. Niet om iets uit te leggen, maar om er gewoon te zijn. Ik zet alles stil. Niet vanuit controle, maar vanuit respect. De groep voelt het ook, alsof iedereen intuïtief weet: hier gebeurt iets essentieels. Kwetsbaarheid laat zich niet sturen. Het vraagt alleen om ruimte, zachtheid en echte aandacht. We besluiten te gaan opstellen. Niet om een probleem op te lossen, maar om een diepe laag van haar ziel ruimte te geven. Wat zichtbaar wordt, is niet alleen van haar. Het is collectief, herkenbaar. Meerdere deelnemers voelen iets oplichten in zichzelf — een trilling van gedeelde pijn, maar ook van heling. En daar, in die gedeelde bedding, gebeurt er iets magisch. Er ontstaat verbinding. Echte verbinding. Niet vanuit woorden of theorie, maar vanuit het mens-zijn zelf. Ik ben op dat moment geen opleider, geen begeleider, geen ‘weter’. Ik ben een vrouw die aanwezig is bij een andere vrouw. Met open hart, zonder oordeel. En dat blijkt genoeg te zijn. Dít is waarom ik dit werk doe. Omdat op de momenten dat iemand durft te breken, er iets heelt in ons allemaal. Omdat liefde geen techniek nodig heeft. Alleen ogen die echt kijken, harten die durven openen, en mensen die elkaar vasthouden — in stilte, in waarheid. Voor wie voelt: dit is wat klopt. In het traject Jazz en in de opleiding systemisch werk is ruimte voor wat echt is. Voor het niet-weten, het zoeken, het voelen. We werken ervaringsgericht, intuïtief en direct, met beide benen op de grond en het hart open. Of je nu dieper in je eigen patronen wilt kijken of wilt leren hoe je anderen begeleidt, het begint allemaal met durven aanwezig zijn. In jezelf, in het moment, in contact. Geen perfecte methode, geen trucje. Wel bedding, verdieping en echte ontmoeting. Voel je welkom.
- Doortje en Isabel 💞
Hieronder het verhaal wat mijn dochter Doortje acht jaar na het overlijden van Isabel haar kindje, kan delen. Zo mooi dat ze het nu heeft uitgeschreven. Haar pijn mag voelen. Er mee kan zijn. Ik hoop dat het anderen ook aanmoedigt om te delen, en te voelen dat je niet alleen staat in je verdriet. En dat je het toch alleen moet doen. Ik voel me een trotse en dankbare moeder van deze dappere dochter 💕 Het was 19 januari, een voor mij gewone dag. Ik maakte een filmpje voor mijn broer, die jarig was. Samen met Thijmen zong ik een verjaardagslied, terwijl ik Isabel in mijn armen hield. Om half vijf had ik een afspraak bij het consultatiebureau. Isabel was vier weken oud en moest opnieuw gewogen en gemeten worden. Ik ging alleen met haar. Ze was nog steeds niet boven haar geboortegewicht. De verpleegkundige keek zorgelijk en vond het verstandig dat de huisarts haar zou nakijken. Nog steeds alleen met Isabel reed ik naar de huisarts. Mijn eigen praktijk was al gesloten, dus ik kwam bij een vervangende arts. Ze luisterde naar Isabels hartje en longen en zei dat ze niets bijzonders hoorde. Toch was ze ongerust en wilde ze dat er verder onderzoek werd gedaan in het ziekenhuis. Onderweg belde ik mijn partner om te vertellen dat we naar het ziekenhuis moesten. Ik belde mijn moeder, zodat zij op Thijmen kon passen. Een half uur later zaten we op de spoedeisende hulp. Een jonge assistent-arts hielp ons en sloot Isabels voetje aan op een saturatiemeter. Al snel werd de kinderarts erbij geroepen. Het zag er niet goed uit: haar saturatie was slechts 60%. Op de kinderafdeling werd Isabel aangesloten op allerlei draadjes en plakkers. Er werd een foto gemaakt van haar hartje. De tijd stond stil, maar leek ook in sneltreinvaart voorbij te gaan. Iemand bood me een tosti aan, het was immers allang etenstijd geweest, maar eten kon ik niet. De arts kwam terug. Ik zag de bezorgdheid in zijn ogen. Er was een schaduw te zien op de foto, zei hij. Hij had al contact opgenomen met een oud-studiegenoot die gespecialiseerd was in kinderhartjes in het VU. We zouden direct met de ambulance naar het VU worden gebracht. De kinderarts ging mee voor een warme overdracht. Isabel lag op een brancard in haar maxi-cosi, zo klein, gewikkeld in haar mooie roze omslagdoek. Ik liep ernaast, nog zonder besef van wat dit allemaal betekende. In de ambulance moest ik haar achterlaten bij de verpleegkundige en de arts. In het VU kreeg Isabel een echo. In een aparte kamer kregen we uitleg over wat er te zien was. Een ingewikkeld verhaal, dat ik nu niet eens meer kan navertellen. De arts probeerde het op een positieve manier te brengen. Er moest een hartkatheterisatie worden uitgevoerd om een volledig beeld te krijgen. Dit kon niet in het VU, dus moesten we naar het LUMC in Leiden, een gespecialiseerd kinderziekenhuis. Daar liggen toch alleen de echt zieke kindjes? Heb ik dan ook een heel ziek kindje? Het besef was er niet. We mochten overnachten in het Ronald McDonald Huis. Het was al tien uur ‘s avonds. Hoe onnatuurlijk is het om je baby daar achter te laten? Je vier weken oude baby aan onbekende handen over te geven. In het Ronald McDonald Huis belde ik mijn moeder huilend op. Het zag er niet goed uit. Dit gebeurt toch alleen bij anderen? Na een onrustige nacht liepen we terug naar het VU. In de ambulance naar Leiden voelde ik de bezorgdheid van de artsen en verplegers. Ik ving op dat er met lichte spoed gereden moest worden. In Leiden aangekomen, werd ons uitgelegd wat ze gingen doen. Isabel zou na de katheterisatie aan de beademing terugkomen. We moesten wachten. De tijd kroop voorbij. Waarom Isabel? Waarom mijn baby? Toch bleef ik hoopvol. Tegenwoordig kunnen ze toch alles opereren? Een verpleegkundige kwam ons halen. Mijn moeder ging mee, voor een extra paar oren. We kwamen een kamertje binnen. Er stond al een doos tissues en een fles water klaar. Eigenlijk wist ik het toen al. De arts die de hartkatheterisatie had uitgevoerd, had moeite met haar woorden. En toen kwamen ze: “We kunnen niets meer voor haar doen.” Haar longslagader was slechts één millimeter breed. Er kwam niets doorheen. Ze konden haar niet opereren. Mijn moeder stelde vragen, maar ik hoorde niets meer. Ik kon alleen huilen. Mijn baby ging dood. Mijn lieve, knappe droombaby. Er werd een kamer vrijgemaakt voor familie. Iedereen kwam meteen naar Leiden, voor mij, voor mijn baby. Iedereen nam afscheid, want de artsen wisten niet of ze nog zou leven zodra de beademing werd gestopt. Daarom stelden we dat moment uit tot de volgende dag. Zodat we nog even van haar konden genieten. De dagen vervaagden. We sliepen op de IC bij Isabel, terwijl mijn moeder en Hans met Thijmen in het Ronald McDonald Huis verbleven. De artsen waren verbaasd over hoe sterk Isabel was. We mochten naar huis, maar ik durfde niet. Het idee dat ze thuis zou overlijden vond ik ondraaglijk. We gingen eerst terug naar het ziekenhuis in Alkmaar. In de ambulance hoorde ik de broeder bellen: “Haal mij hierna maar van de planning, dit is te heftig. Ik moet een baby wegbrengen die doodgaat.” Dat raakte me. Dit was echt. In Alkmaar werd alles gedaan om het ons zo comfortabel mogelijk te maken. Iedereen was zo lief. Maar ik kon niet meer huilen. Er moest zoveel geregeld worden: de uitvaart, de muziek. Dagen vervaagden tot één lange, eindeloze dag. Een arts raadde ons aan om thuis te zijn met Isabel. Er bestond kinderthuiszorg, iets waarvan ik nooit had gehoord. Dus gingen we weer met de ambulance naar huis. Drie lieve verpleegkundigen zorgden voor Isabel, zodat ze geen pijn had. Ze kreeg morfine. Ik trok haar schone kleertjes aan. Ze was zo vermagerd, zo slap. Hartverscheurend om haar zo te zien. Familie kwam langs om afscheid te nemen. Niemand wist hoe lang ze nog had. Op 28 januari werd Isabel onrustig, om tien uur ‘s avonds. De kinderthuiszorg bleef bij ons. Het was doodeng om haar zo te zien. Mijn sterke meisje vocht de hele nacht. Ik durfde niet eens naar de wc, bang dat ze zou overlijden als ik weg was. Om zes uur ‘s ochtends belde ik mijn moeder: “Je moet komen, Isabel gaat dood.” Thijmen lag boven te slapen. Ik wilde niet dat hij alles zou meemaken. Rond half acht overleed Isabel in mijn armen. Dit was het. Haar laatste adem. Maar wat was het mooi dat mijn moeder erbij was. Thijmen werd pas om half tien wakker, iets wat hij anders nooit deed. Alsof hij het voelde. Op 29 januari overleed mijn prachtige dochter. Isabel, mijn knappe baby. Dit hele verhaal gaat elke dag rond deze tijd door mijn hoofd. Een verhaal waarvan ik de details echt niet allemaal meer weet na 8 jaar. Wel weet ik nu dat het gemis niet minder wordt of de pijn minder. Het blijft voor altijd. Net zoals zij altijd blijft. Isabel is mijn tweede kindje. En dat zal altijd zo zijn.
- De Trucjes van de Mind
De mind is een meester in afleiding en verwarring. Het is die laag in ons bewustzijn die alles wil begrijpen, verklaren, ordenen en controleren. Het denkt slim te zijn, maar in werkelijkheid is het een middelmatige manager die zichzelf onmisbaar probeert te maken. Het is de stem die zegt: “Als ik dit nog even uitpluis, dan ben ik vrij.” Of: “Als ik die ervaring nog meemaak, dan ben ik compleet.” Maar de waarheid is simpel: die mind zal je nooit naar vrijheid leiden. In systemisch werk werkt de mind net zo. Het klampt zich vast aan oude overtuigingen en wijst naar anderen. “Dit komt door mijn moeder.” Of: “Mijn vader had er moeten zijn.” Maar heling begint niet bij begrijpen of oordelen. Het begint bij erkennen. Wat is, is. De mind wil ook controle. Het denkt dat je via genoeg opstellingen, inzichten of methodes je vrijheid kunt verdienen. Maar dat is een val. Vrijheid ligt niet in het begrijpen van je systeem, maar in het toelaten ervan. Alles mag er zijn: de pijn, het gemis, de liefde. Heling vraagt om stilte. Om voelen, zonder analyse. Om aanwezig zijn, zonder oordeel. De waarheid ligt niet in het denken, maar in het ervaren. Zodra je de mind doorziet, stopt het verzet. En daar, in de leegte, stroomt het leven vanzelf.
- Waarom systemisch werk en familieopstellingen je leven makkelijker maken
Stel je voor: je staat in de supermarkt en kiest altijd de langzaamste rij. Terwijl je daar staat te wachten, denk je: Waarom gebeurt dit nou altijd bij mij? Nou, welkom in de wereld van onzichtbare patronen! Systemisch werk en familieopstellingen zijn als een bril waarmee je die patronen ineens haarscherp ziet. En geloof me, dat kan je leven veranderen. Wat is systemisch werk eigenlijk? Systemisch werk kijkt naar jou als onderdeel van een groter geheel: je familie, je werk, je vriendengroep. Het idee is simpel: als ergens in dat geheel iets uit balans is, voel jij dat. Misschien voel je je altijd verantwoordelijk voor alles (ja, ook voor de planten van je collega). Of je hebt het gevoel dat je nooit echt jezelf kunt zijn. Met familieopstellingen kun je die onzichtbare lijntjes tussen jou en je familieleden zichtbaar maken. Het is alsof je je innerlijke familie-appgroep opent en ineens begrijpt waarom je tante altijd passief-agressief reageert. Hoe werkt zo’n opstelling? Na een gesprekje met mij kies je mensen uit de groep(die resoneren met jouw familieleden) en zet ze neer in de ruimte. Het klinkt een beetje als een puzzel leggen, maar het is verrassend diepgaand. Plotseling zie je hoe je vader altijd in een hoekje staat of hoe je moeder overal bovenop zit. En dan denk je: Aha, dat verklaart een hoop! De voordelen op een rijtje 1. Je krijgt inzicht in je patronen Waarom val je altijd op dezelfde types? Waarom kun je geen “nee” zeggen tegen je baas? Na een opstelling snap je ineens waar dat vandaan komt. 2. Je voelt je lichter Het is alsof je een zware rugzak afdoet. Je hoeft niet langer de problemen van je ouders of grootouders te dragen. 3. Je relaties verbeteren Je begrijpt beter waarom je broer altijd zo bot doet of waarom je moeder je behandelt alsof je nog vijf bent. 4. Het werkt snel Je hebt echt geen jarenlange therapie nodig. Eén opstelling kan al een wereld van verschil maken. En de humor dan? Het mooie van opstellingen is dat je soms keihard moet lachen om hoe simpel het eigenlijk is. Zoals die keer dat iemand ontdekte dat ze altijd ruzie maakte met haar man omdat ze haar moeder in hem zag. Of dat je beseft dat je jezelf altijd voorbij rent, omdat je vader dat ook deed. Het kan echt hilarisch zijn! Probeer het eens! Systemisch werk is geen magie, maar het voelt soms wel zo. Het helpt je om je leven soepeler en lichter te maken. Dus, waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Kom een keer naar een opstellingendag en ontdek wat er in jouw familie-appgroep speelt. Je zult verbaasd zijn hoeveel ruimte er komt voor jezelf! Liefs Sonja





