top of page

Doortje en Isabel 💞

Hieronder het verhaal wat mijn dochter Doortje acht jaar na het overlijden van Isabel haar kindje, kan delen. Zo mooi dat ze het nu heeft uitgeschreven. Haar pijn mag voelen. Er mee kan zijn. Ik hoop dat het anderen ook aanmoedigt om te delen, en te voelen dat je niet alleen staat in je verdriet. En dat je het toch alleen moet doen.


Ik voel me een trotse en dankbare moeder van deze dappere dochter 💕


Het was 19 januari, een voor mij gewone dag. Ik maakte een filmpje voor mijn broer, die jarig was. Samen met Thijmen zong ik een verjaardagslied, terwijl ik Isabel in mijn armen hield. Om half vijf had ik een afspraak bij het consultatiebureau. Isabel was vier weken oud en moest opnieuw gewogen en gemeten worden. Ik ging alleen met haar.

Ze was nog steeds niet boven haar geboortegewicht. De verpleegkundige keek zorgelijk en vond het verstandig dat de huisarts haar zou nakijken. Nog steeds alleen met Isabel reed ik naar de huisarts. Mijn eigen praktijk was al gesloten, dus ik kwam bij een vervangende arts. Ze luisterde naar Isabels hartje en longen en zei dat ze niets bijzonders hoorde. Toch was ze ongerust en wilde ze dat er verder onderzoek werd gedaan in het ziekenhuis.

Onderweg belde ik mijn partner om te vertellen dat we naar het ziekenhuis moesten. Ik belde mijn moeder, zodat zij op Thijmen kon passen. Een half uur later zaten we op de spoedeisende hulp. Een jonge assistent-arts hielp ons en sloot Isabels voetje aan op een saturatiemeter. Al snel werd de kinderarts erbij geroepen. Het zag er niet goed uit: haar saturatie was slechts 60%.

Op de kinderafdeling werd Isabel aangesloten op allerlei draadjes en plakkers. Er werd een foto gemaakt van haar hartje. De tijd stond stil, maar leek ook in sneltreinvaart voorbij te gaan. Iemand bood me een tosti aan, het was immers allang etenstijd geweest, maar eten kon ik niet.

De arts kwam terug. Ik zag de bezorgdheid in zijn ogen. Er was een schaduw te zien op de foto, zei hij. Hij had al contact opgenomen met een oud-studiegenoot die gespecialiseerd was in kinderhartjes in het VU. We zouden direct met de ambulance naar het VU worden gebracht. De kinderarts ging mee voor een warme overdracht. Isabel lag op een brancard in haar maxi-cosi, zo klein, gewikkeld in haar mooie roze omslagdoek. Ik liep ernaast, nog zonder besef van wat dit allemaal betekende. In de ambulance moest ik haar achterlaten bij de verpleegkundige en de arts.

In het VU kreeg Isabel een echo. In een aparte kamer kregen we uitleg over wat er te zien was. Een ingewikkeld verhaal, dat ik nu niet eens meer kan navertellen. De arts probeerde het op een positieve manier te brengen. Er moest een hartkatheterisatie worden uitgevoerd om een volledig beeld te krijgen. Dit kon niet in het VU, dus moesten we naar het LUMC in Leiden, een gespecialiseerd kinderziekenhuis. Daar liggen toch alleen de echt zieke kindjes? Heb ik dan ook een heel ziek kindje? Het besef was er niet.

We mochten overnachten in het Ronald McDonald Huis. Het was al tien uur ‘s avonds. Hoe onnatuurlijk is het om je baby daar achter te laten? Je vier weken oude baby aan onbekende handen over te geven. In het Ronald McDonald Huis belde ik mijn moeder huilend op. Het zag er niet goed uit. Dit gebeurt toch alleen bij anderen?

Na een onrustige nacht liepen we terug naar het VU. In de ambulance naar Leiden voelde ik de bezorgdheid van de artsen en verplegers. Ik ving op dat er met lichte spoed gereden moest worden. In Leiden aangekomen, werd ons uitgelegd wat ze gingen doen. Isabel zou na de katheterisatie aan de beademing terugkomen. We moesten wachten. De tijd kroop voorbij. Waarom Isabel? Waarom mijn baby? Toch bleef ik hoopvol. Tegenwoordig kunnen ze toch alles opereren?

Een verpleegkundige kwam ons halen. Mijn moeder ging mee, voor een extra paar oren. We kwamen een kamertje binnen. Er stond al een doos tissues en een fles water klaar. Eigenlijk wist ik het toen al. De arts die de hartkatheterisatie had uitgevoerd, had moeite met haar woorden. En toen kwamen ze: “We kunnen niets meer voor haar doen.” Haar longslagader was slechts één millimeter breed. Er kwam niets doorheen. Ze konden haar niet opereren.

Mijn moeder stelde vragen, maar ik hoorde niets meer. Ik kon alleen huilen. Mijn baby ging dood. Mijn lieve, knappe droombaby.

Er werd een kamer vrijgemaakt voor familie. Iedereen kwam meteen naar Leiden, voor mij, voor mijn baby. Iedereen nam afscheid, want de artsen wisten niet of ze nog zou leven zodra de beademing werd gestopt. Daarom stelden we dat moment uit tot de volgende dag. Zodat we nog even van haar konden genieten. De dagen vervaagden. We sliepen op de IC bij Isabel, terwijl mijn moeder en Hans met Thijmen in het Ronald McDonald Huis verbleven.

De artsen waren verbaasd over hoe sterk Isabel was. We mochten naar huis, maar ik durfde niet. Het idee dat ze thuis zou overlijden vond ik ondraaglijk. We gingen eerst terug naar het ziekenhuis in Alkmaar. In de ambulance hoorde ik de broeder bellen: “Haal mij hierna maar van de planning, dit is te heftig. Ik moet een baby wegbrengen die doodgaat.” Dat raakte me. Dit was echt.

In Alkmaar werd alles gedaan om het ons zo comfortabel mogelijk te maken. Iedereen was zo lief. Maar ik kon niet meer huilen. Er moest zoveel geregeld worden: de uitvaart, de muziek. Dagen vervaagden tot één lange, eindeloze dag.

Een arts raadde ons aan om thuis te zijn met Isabel. Er bestond kinderthuiszorg, iets waarvan ik nooit had gehoord. Dus gingen we weer met de ambulance naar huis. Drie lieve verpleegkundigen zorgden voor Isabel, zodat ze geen pijn had. Ze kreeg morfine. Ik trok haar schone kleertjes aan. Ze was zo vermagerd, zo slap. Hartverscheurend om haar zo te zien. Familie kwam langs om afscheid te nemen. Niemand wist hoe lang ze nog had.

Op 28 januari werd Isabel onrustig, om tien uur ‘s avonds. De kinderthuiszorg bleef bij ons. Het was doodeng om haar zo te zien. Mijn sterke meisje vocht de hele nacht. Ik durfde niet eens naar de wc, bang dat ze zou overlijden als ik weg was.

Om zes uur ‘s ochtends belde ik mijn moeder: “Je moet komen, Isabel gaat dood.” Thijmen lag boven te slapen. Ik wilde niet dat hij alles zou meemaken. Rond half acht overleed Isabel in mijn armen. Dit was het. Haar laatste adem. Maar wat was het mooi dat mijn moeder erbij was. Thijmen werd pas om half tien wakker, iets wat hij anders nooit deed. Alsof hij het voelde.

Op 29 januari overleed mijn prachtige dochter. Isabel, mijn knappe baby.

Dit hele verhaal gaat elke dag rond deze tijd door mijn hoofd. Een verhaal waarvan ik de details echt niet allemaal meer weet na 8 jaar. Wel weet ik nu dat het gemis niet minder wordt of de pijn minder. Het blijft voor altijd. Net zoals zij altijd blijft. Isabel is mijn tweede kindje. En dat zal altijd zo zijn.

14 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Isabel

Commentaires


bottom of page