Zoekresultaten
61 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht
- Over relaties en je familiesysteem
Als je een relatie aangaat met een partner heb je automatisch ook een relatie met zijn of haar familiesysteem En dat is iets wat veel mensen niet doorhebben totdat ze er middenin zitten. Toen ik trouwde met Hans dacht ik dat ik met hém een relatie aanging. Punt. Maar wat ik niet zag, wat ik niet kón zien, was dat ik ook zijn moeder binnenhaalde. Zijn vader. De manier waarop er bij hem thuis werd gesproken. Of juist niet gesproken. De onuitgesproken regels. De pijn die er was. De patronen. En ik kwam bij hém binnen met al mijn bagage. Met dat waar ik nog in verstrikt zat, afwees, compenseerde, goed praatte of loyaal aan was in mijn systeem. Het grappige is... je kiest niet per ongeluk iemand. Je wordt aangetrokken tot wat bekend voelt. Tot wat resoneert met jouw eigen onafgemaakte stukken. Dus als jij je als kind niet gezien voelde, dan kan het zijn dat je een partner kiest die jou ook niet ziet. Of die jou juist overdreven veel aandacht geeft, maar dan voel je je daar ongemakkelijk bij. Want dat is niet wat je kent. En dan begint het echte werk pas. Want in die relatie komen al je triggers naar boven. Al je pijn. Al je overlevingsmechanismes en patronen. Speciaal voor jou! Hans deed iets wat mijn moeder ook deed. Of juist níet deed. En beng, daar was de pijn weer. Precies hetzelfde gevoel als toen. Maar hier is het mooie... als je dat doorhebt, als je ziet dat je niet reageert op je partner maar op je moeder, dan kan er ruimte komen. Dan hoef je je partner niet meer te veranderen. Dan heb jíj́ innerlijk werk te doen. En dat is eigenlijk het cadeau van een relatie. Dat je elkaar de spiegel voorhoudt. Niet om elkaar af te breken, maar om jezelf te zien. Zo wordt je partner je Guru. En dat is soms best pittig hoor... Herken je dit? Zie je ook patronen uit je familiesysteem terug in je relatie? In de opleiding Systemisch Werk & Familieopstellingen ontdek je hoe deze dynamieken werken, en vooral wat daarvan van jou is. Volgend weekend start ook JAZZ – Je Authentieke Zelf Zijn, voor wie wil leven vanuit innerlijke vrijheid en echtheid. https://www.spiritueelcoach.nl/opleidingfamilieopstellingen Liefs Sonja
- Loslaten Tips: 4 Stappen naar Echte Innerlijke Vrijheid
Waarom Loslaten Begint bij Vastpakken: 4 Tips voor Echte Innerlijke Vrijheid Loslaten. Iedereen heeft het er over. Laat het los, gewoon loslaten, laat het gaan. Alsof het zo simpel is. Hoe laat je iets los waarvan je niet eens doorhebt dat je vasthoudt? Jaren geleden zat ik in een gesprek met een vriendin die constant zei dat ze haar ex moest loslaten. Ze praatte er elke week over. Hoe ze hem moest loslaten. Hoe ze de pijn moest loslaten. Hoe ze de woede moest loslaten. Ze wilde niet meer verdrietig zijn ook. En ik dacht steeds: maar je houdt hem juist vast door te proberen hem los te laten. Je geeft het namelijk steeds weer aandacht. Want om los te laten, moet je eerst erkennen dat je iets vastpakt. En als je het vastpakt, ben je er al mee geïdentificeerd. Het is onderdeel van je geworden. Dat inzicht veranderde alles voor mij. Loslaten is niet iets wat je doet. Het is iets wat gebeurt. Als een natuurlijk gevolg van een proces dat veel eerder begint. En dat proces? Dat begint bij herkennen. Waarom de meeste loslaat-technieken niet werken De reden dat zoveel mensen vastlopen in het loslaten, is omdat ze bij stap vier beginnen. Ze willen meteen loslaten zonder de eerste drie stappen te doorlopen. Maar je kunt niet loslaten wat je niet herkent. Je kunt niet vrijkomen van iets waarvan je je niet bewust bent. Het is alsof je probeert een knoop los te maken die je niet kunt zien. Ik zie het zo vaak. Mensen die zeggen dat ze hun angst willen loslaten, maar die niet eens weten waar die angst precies over gaat. Of mensen die hun verleden willen loslaten, maar die nog nooit echt hebben gevoeld wat dat verleden met hen heeft gedaan. En dan proberen ze van alles. Meditatie, affirmaties, rituelen. Allemaal gericht op loslaten. Maar het werkt niet omdat ze de basis overslaan. Het ezelsbruggetje dat alles verandert Er is een ezelsbruggetje dat ik gebruik: Herkennen, Erkennen, Expressie, Loslaten. Afgekort; HEEL. Herkennen: je ziet wat er is. Erkennen: je accepteert dat het er is. Expressie: je geeft er uiting aan. Loslaten: Is het gevolg, het laat jou los. Elke stap is essentieel. Je kunt er geen één overslaan. En het mooie is: als je de eerste drie stappen echt doorloopt, gebeurt de vierde vanzelf. Je hoeft niet meer te forceren. Het laat jou los. Tip 1: Herken wat je vastpakt voordat je het wilt loslaten De eerste stap is misschien wel de belangrijkste: herkennen wat je eigenlijk vasthoudt. Niet wat je denkt dat je vasthoudt. Niet wat anderen zeggen dat je vasthoudt. Maar wat je werkelijk vastpakt. Ik herinner me een moment waarop ik dacht dat ik mijn behoefte aan controle wilde loslaten. Ik deed van alles om meer te vertrouwen, om de controle los te laten. Totdat ik doorhad dat ik helemaal niet mijn controle vasthield. Ik hield mijn angst om niet goed genoeg te zijn vast. De controle was alleen maar de manier waarop ik die angst probeerde te managen. Dus in plaats van te focussen op controle loslaten, ging ik kijken naar die onderliggende angst. En dat veranderde alles. Praktisch voorbeeld: Merk op wanneer je je gespannen voelt. Stop dan even en vraag jezelf af: wat probeer ik vast te houden op dit moment? Welk gevoel, welke gedachte, welke situatie? Wees nieuwsgierig in plaats van oordelend. Tip 2: Erken volledig wat er is zonder het meteen te willen veranderen De tweede stap is erkennen. En dat betekent: ja zeggen tegen wat er is. Zonder meteen te willen veranderen, oplossen of weghalen. Dit is waar de meeste mensen vastlopen. Ze herkennen wel wat ze vasthouden, maar ze willen het meteen anders hebben. Ze erkennen hun verdriet, maar willen er meteen vanaf. Ze zien hun angst, maar proberen die meteen weg te redeneren. Maar erkenning betekent: het is er toch al. En als je zegt: het mag er zijn, doe je weer een trucje. Alsof dat wat er toch al is jouw toestemming nodig heeft. Alsof je tegen de regen zegt: je mag er zijn. Hoezo denk ik dan. HET REGENT. PUNT. Zal die regen een worst zijn als jij zegt het mag er zijn. Het is wat het is. Anders was het wel anders toch? Ik had jaren last van een onderliggende onrust. Ik herkende het wel, maar ik wilde er constant vanaf. Ik probeerde het weg te mediteren, weg te analyseren. Totdat ik op een dag besloot om die onrust gewoon te laten bestaan. Om er ruimte voor te maken in plaats van er tegenin te gaan. En wat er gebeurde was bijzonder. Door die onrust te erkennen, kwam er informatie vrij. Ik begon te begrijpen waar die onrust vandaan kwam. Welke boodschap die voor me had. Praktisch voorbeeld: Als je merkt dat je iets vasthoudt, probeer dan te zeggen: Ik zie dat dit er is. En het is er nu. Voel hoe dat voelt in je lichaam. Vaak ontstaat er al wat ontspanning door die eenvoudige erkenning. Tip 3: Geef expressie aan wat je vasthoudt in plaats van het binnen te houden De derde stap is expressie. En dat betekent niet dat je alles moet uitschreeuwen of dramatisch moet doen. Het betekent dat je ruimte geeft aan wat er is om zich te uiten. Expressie kan een zucht zijn. Een traan. Een beweging. Een geluid. Het kan ook zijn dat je erover schrijft, erover praat, of het tekent. Het punt is dat je het niet binnen houdt. Dat je het niet onderdrukt of wegstopt. Ik hield jaren lang mijn teleurstelling vast over hoe mijn leven was gelopen. Ik herkende het, ik erkende het zelfs. Maar ik gaf er geen expressie aan. Ik vond het eigenlijk ook wel zielig voor mezelf. Totdat ik op een dag gewoon begon te huilen. Niet omdat ik dat had gepland, maar omdat het er gewoon uit moest. Ik huilde om alle keuzes die ik niet had gemaakt. Om alle kansen die ik had laten liggen. Om de tijd die voorbij was gegaan. En na die tranen was er ruimte. Letterlijk ruimte in mijn lichaam. Alsof er iets was weggevloeid wat daar niet thuishoorde. Praktisch voorbeeld: Als je iets herkent en erkent wat je vasthoudt, vraag jezelf dan af: hoe wil dit zich uiten? Wat heeft dit nodig om naar buiten te komen? Vertrouw op wat er spontaan opkomt, ook al lijkt het klein of onbelangrijk. Tip 4: Vertrouw erop dat loslaten vanzelf gebeurt als je de eerste drie stappen doorloopt En dan de vierde stap: loslaten. Maar hier is het geheim: je hoeft het niet te doen. Het gebeurt vanzelf. Als je echt hebt herkent wat je vasthoudt, het volledig hebt erkend, en er expressie aan hebt gegeven, dan is er niets meer dat het vasthoudt. Het laat zichzelf los. Het is alsof je een bal onder water houdt. Zolang je hem vasthoudt, blijft hij onder water. Maar zodra je loslaat, komt hij vanzelf naar boven. Niet omdat jij hem omhoog duwt, maar omdat dat zijn natuurlijke beweging is. Ik merkte dit toen ik door dat proces ging met mijn teleurstelling. Na het herkennen, erkennen en de expressie, was er gewoon... niets meer. De teleurstelling was er nog wel, maar ik hield hem niet meer vast. Hij was er, maar hij bepaalde niet meer hoe ik me voelde of wat ik deed. En dat is het verschil. Het gaat niet om het wegkrijgen van moeilijke gevoelens of situaties. Het gaat om het niet meer vasthouden ervan. Praktisch voorbeeld: Let op het moment dat je merkt dat je iets niet meer zo krampachtig vasthoudt. Dat er ruimte ontstaat. Dat je ademhaling dieper wordt. Dat is loslaten in actie. Niet iets wat je doet, maar iets wat gebeurt. De resultaten van dit proces Als je dit proces echt doorloopt, merk je een aantal dingen: Er komt meer rust in je hoofd. Omdat je niet meer constant bezig bent met vasthouden of loslaten. Je gedachten worden helderder en minder chaotisch. Je lichaam ontspant. Vasthouden kost energie. Veel energie. Als je stopt met vasthouden, komt die energie vrij en kan je lichaam ontspannen. Je kunt heldere keuzes maken zonder krampachtig te doen. Omdat je niet meer kiest vanuit wat je vasthoud, maar vanuit wat er werkelijk klopt voor jou. Er ontstaat ruimte om te voelen wat er echt bij je past. In plaats van dat alles wordt bepaald door wat je vasthoudt, kun je voelen wat er authentiek is. En kloppend. En misschien wel het mooiste: er wordt minder geprojecteerd. Je gaat minder je eigen vastgehouden pijn, angst of verdriet op anderen projecteren. Je relaties worden echter en vrijer. Bewust worden van de innerlijke beweging De enige actie die echt nodig is, is bewust worden. Aandacht geven aan die eerste impuls in jezelf die wil grijpen, vasthouden, controleren. Daar even bij stilstaan. In- en uitademen. Die kleine pauze is goud waard. Want precies daar ontdek je de keuze. Je ziet de beweging van binnenuit en kunt besluiten om niet meteen mee te gaan. En als je wel meegaat, doe je dat met bewustzijn. Door die aandacht komt er ruimte. Het verhaal ontspant, het lichaam ademt dieper. En dan kan de expressie vanzelf komen. Een zucht, een traan, een beweging. En dan laat het los. Niet omdat jij dat bedacht hebt, maar omdat er niets meer is dat het vasthoudt. Want als je niks meer vastpakt, hoef je ook niks meer los te laten.
- Opleiding Systemisch Werk – Word de begeleider die je écht bent
En daarom gaat de opleiding systemisch werk niet alleen over het leren van het systeem met z'n dynamieken maar met name over jou als begeleider. Je kunt nog zo veel technieken kennen, nog zo veel cursussen hebben gedaan... als je zelf nog vastzit in je oude patronen, voelt je cliënt dat meteen. Want hoe kun je iemand anders begeleiden naar vrijheid als je zelf nog gevangen zit in je verhaal? Ik zie het zo vaak. Begeleiders die denken dat ze hun eigen proces wel kunnen overslaan. Die zich verstoppen achter hun kennis, hun certificaten, hun mooie woorden. Maar hun cliënten voelen de onzekerheid. De angst. Het gebrek aan echte aanwezigheid.En dan wordt het een soort toneelspel. Jij speelt de begeleider, zij spelen de cliënt. Maar er gebeurt niks echt. Want echte transformatie begint bij jezelf. Het begint met eerlijk kijken naar je eigen triggers. Naar die momenten waarop je nog steeds denkt dat het de schuld van de ander is. Dat je boos bent omdat je partner dat zei. Of gefrustreerd omdat je cliënt niet luistert. Totdat je doorhebt: wacht eens even. Misschien gaat dit helemaal niet over hen. Misschien zit er in mijn reactie iets wat ik nog niet heb gezien. Iets wat nog geheeld wil worden. En dan komt er ruimte. Dan kun je kiezen. Wil ik blijven wijzen naar buiten, of durf ik naar binnen te kijken? Want pas als je je eigen verhaal hebt onderzocht, als je je eigen pijn hebt gevoeld en doorgelaten, kun je echt aanwezig zijn voor een ander. Dan hoef je niks meer te spelen. Dan ben je er gewoon. En dat voelt je cliënt meteen. Er is zo'n verschil tussen iemand die weet hoe het moet en iemand die het heeft doorleefd. Die tweede persoon hoeft niks te bewijzen. Die is er gewoon. Rustig. Helder. Aanwezig. En vanuit die plek kun je anderen echt helpen. Niet omdat je de antwoorden hebt, maar omdat je de moed hebt gehad om je eigen vragen onder ogen te zien. Want als jij durft te voelen wat er in je leeft, geef je je cliënt toestemming om hetzelfde te doen. Als jij durft kwetsbaar te zijn, laat je zien dat kwetsbaarheid veilig is. Als jij je eigen waarheid spreekt, help je hen hun waarheid te vinden. Dat is wat echte begeleiding is. Niet het geven van adviezen of het toepassen van technieken. Maar het zijn van wie je bent. Volledig. Eerlijk. Zonder masker. En dan gebeurt er iets bijzonders. Je cliënten voelen zich veilig. Ze durven hun eigen verhaal te onderzoeken. Ze voelen dat transformatie mogelijk is, omdat jij het hebt laten zien. Niet door te vertellen hoe het moet. Maar door te laten zien wie je bent geworden door je eigen proces te doorlopen. Daarom is deze opleiding anders. We gaan niet alleen kijken naar wat je moet doen. We gaan vooral onderzoeken wie je bent. Wat er in jou leeft. Welke verhalen je nog vertelt over jezelf en de wereld om je heen. Want je kunt pas iemand anders helpen hun verhaal te onderzoeken als je weet hoe dat voelt. Als je zelf hebt ervaren hoe eng het is om naar je eigen schaduw te kijken. Hoe bevrijdend het is om je eigen waarheid te spreken. En dat proces... dat is niet altijd makkelijk. Soms komt er pijn naar boven die je liever had weggestopt. Soms zie je dingen in jezelf die je liever niet wilde zien. Maar daar zit ook de kracht. In het durven voelen wat er is. In het aannemen van wat je tegenkomt. In het stoppen met weglopen van jezelf. Want elke keer dat je je eigen gevoelens afwijst, wijs je ook een stukje van je cliënt af. Elke keer dat je wegloopt van je eigen pijn, kun je ook niet volledig aanwezig zijn voor de pijn van een ander. Maar als je leert om te blijven bij wat er in je leeft... als je leert om ruimte te maken voor alles wat er mag zijn... dan ontstaat er iets heel bijzonders. Dan word je een ruimte waarin anderen zichzelf mogen ontmoeten. Niet omdat je ze vertelt hoe het moet. Maar omdat je laat zien dat het veilig is om te voelen. Om te zijn wie je bent. Om je verhaal te onderzoeken zonder jezelf af te wijzen. En dat is uiteindelijk waar het om gaat. Niet om de perfecte begeleider te worden. Maar om de mens te worden die je altijd al was. Zonder masker. Zonder rol. Gewoon jezelf. Vanuit die plek kun je anderen echt dienen. Niet vanuit wat je weet, maar vanuit wie je bent. En dat maakt alle verschil. En precies daarom bestaat deze opleiding. Omdat je dit niet alleen hoeft te doen. Omdat het veel makkelijker is om naar binnen te kijken wanneer je gedragen wordt door een groep, wanneer iemand naast je staat die weet hoe het is om door zijn eigen verhalen heen te gaan. In de opleiding systemisch werk leer je niet alleen de theorie en de dynamieken kennen, je doorlééft ze. Je ontdekt hoe het is om je eigen plek in te nemen, om oude loyaliteiten te zien en los te laten, om patronen te doorbreken. Dat is spannend, soms confronterend, maar ook bevrijdend. Want als je het eenmaal hebt gevoeld, hoef je het niet meer te onthouden. Het zit dan in je lijf. Je weet hoe het is om aanwezig te blijven, ook als het spannend wordt. En dat maakt jou een andere begeleider. Niet iemand die een kunstje doet, maar iemand die stevig staat, open is en kan meebewegen met wat er is. Dus als je voelt dat dit resoneert, als je merkt dat je klaar bent om jezelf niet langer te verstoppen achter kennis of technieken maar echt jezelf wilt zijn in je werk, kom dan. De opleiding is je uitnodiging om te worden wie je bent. Om ruimte te maken in jezelf, zodat je die ruimte ook aan anderen kunt geven. Er is nog plaats. Misschien is dit je moment. https://www.spiritueelcoach.nl/opleidingfamilieopstellingen
- Verkramping en controle
Je lichaam weet het allang. Die spanning in je schouders, die knoop in je maag, dat gevoel van voortdurend op je hoede zijn. Het vertelt je al tijden dat je te hard werkt om alles onder controle te houden. En dat is logisch. Want ergens heb je geleerd dat loslaten gevaarlijk is. Dat je alert moet blijven. Dat ontspannen betekent dat er iets vreselijks kan gebeuren. Maar wat als dat niet waar is? Wat als die constante waakzaamheid juist het probleem is geworden in plaats van de oplossing? Ik merk het bij mezelf ook nog wel eens. Zodra ik merk dat ik krampachtig vasthoud aan hoe iets moet gaan, voel ik die bekende spanning. Die innerlijke stem die zegt: Je moet dit regelen, anders gaat het mis. En dan stop ik. En adem ik. En vraag ik mezelf af: wat gebeurt er als ik dit gewoon laat zijn zoals het is? Het is grappig hoe simpel dat klinkt en hoe moeilijk het voelt. Want loslaten betekent dat je die pijn mag voelen die je al die tijd probeert te vermijden. Die angst dat je niet goed genoeg bent met name in de ogen van anderen. Die oude overtuiging dat je alleen veilig bent als je alles perfect doet. En ja, dat voelt eng. Natuurlijk voelt dat spannend. Maar weet je wat ik heb ontdekt? Die pijn die je probeert weg te houden, die is er sowieso al. Je draagt hem met je mee, elke dag. Door hem weg te duwen wordt hij niet kleiner. Hij wordt juist zwaarder. Door al die energie die je steekt in het wegduwen, het controleren, het perfect willen doen. Wat als je die energie eens gebruikt om gewoon te voelen wat er is? Om die spanning in je lichaam te laten bestaan zonder er meteen iets mee te moeten? Het is niet zo dat je dan ineens lui wordt of dat alles uit elkaar valt. Integendeel. Je krijgt ruimte om te voelen wat je werkelijk nodig hebt. Wat er echt speelt onder al die controle. En vanuit die ruimte kun je keuzes maken die kloppen. Niet omdat je moet, maar omdat het goed voelt. Probeer het maar eens. De volgende keer dat je merkt dat je verkrampt, vraag jezelf dan af: wat probeer ik hier eigenlijk onder controle te houden? En wat zou er gebeuren als ik dat gewoon laat gaan? Voel het maar. Het hoeft niet meteen perfect. Het hoeft niet eens goed te voelen. Het is gewoon wat het is. En in die ruimte, in dat loslaten, daar vind je jezelf terug. Zonder al die lagen van stress en controle. Gewoon jij. Vrijer. Zachter. Meer verbonden met wat er werkelijk toe doet. En dat is precies waar we mee werken in de opleiding Systemisch Werk & Familieopstellingen. Ruimte maken voor wat er is, zodat jij kunt voelen wat van jou is en wat niet. Er is nog plaats. Als je voelt dat dit het moment is, ben je welkom. We starten in oktober. https://www.spiritueelcoach.nl/opleidingfamilieopstellingen
- Slachtoffer, dader en helper
Heb jij ook zo’n hekel aan mensen die in een slachtofferrol blijven hangen? Of aan mensen die altijd alles willen controleren? Misschien aan de betweter, de arrogante of de pleaser?Dan heb ik nieuws voor je: je bent het zelf ook. We dragen ze allemaal in ons. Slachtoffer, redder en dader. De vraag is alleen of je herkent wanneer je in het patroon stapt.We doen het allemaal, vaak zonder het door te hebben: in de rol stappen van slachtoffer, redder of dader. Het lijkt onschuldig of zelfs liefdevol, maar voor je het weet zit je vast in een patroon dat zichzelf eindeloos herhaalt. In deze nieuwsbrief deel ik wat er gebeurt als je dit gaat zien en hoe daar ruimte ontstaat voor iets nieuws. Slachtoffer, dader, redder.Je kent ze. Misschien niet als woorden, maar als gevoel.Dat moment dat het leven je overkomt en je denkt: ja hoor, dat heb ik weer.Of juist die andere beweging, waarin je alles wilt controleren, omdat het van binnen te onrustig voelt.En dan die gewoonte: redden, helpen, dragen.De redder in jou die altijd klaarstaat met een advies, een oplossing, een helpende hand.Het lijkt goedbedoeld, maar eigenlijk is het vaak een poging om onmisbaar te zijn.Om te voelen dat jij ertoe doet.Dat jij verschil maakt.En ondertussen houd je precies dát in stand waar je zo graag van af wilt. Het patroon van slachtoffer, redder en dader herhaalt zich steeds opnieuw.Je stapt erin als slachtoffer, en als dat je niet verder brengt ga je redden. En werkt dat ook niet, dan beland je in de rol van dader die roept dat het anders moet.Ik herken het. Jarenlang zat ik vast in dat patroon. Altijd op zoek naar bevestiging, naar controle, naar het gevoel dat ik goed genoeg was.Het bleef zich herhalen, tot ik het eindelijk doorhad. Wat ik zag: het is niet de dader die het patroon in stand houdt.Niet het slachtoffer.Het is de redder.Elke keer dat je redt, bevestig je de zwakte van de ander.Elke keer dat je adviseert, zeg je eigenlijk: jij kunt dit niet alleen. Je kunt je dan afvragen of je wel op de juiste plek in het systeem van herkomst staat.En zo blijft afhankelijkheid bestaan. De rollen wisselen snel.De redder voelt zich slachtoffer als niemand dankjewel zegt.Het slachtoffer wordt dader wanneer boosheid de overhand krijgt.De dader zoekt medelijden en wordt opnieuw slachtoffer.Dit patroon herhaalt zich telkens weer. Wat het verraderlijk maakt zijn de kleine signalen.Advies geven zonder echt te luisteren.Dat gevoel dat jij het beter weet.Het gevoel van tekortschieten wanneer je alles hebt gegeven en de ander alleen maar meer vraagt.Het lijkt liefde, maar het is angst.Angst om niet gezien te worden.Angst om niet goed genoeg te zijn.Precies daar ligt de sleutel. De uitweg is niet nog harder je best doen.Niet vechten tegen het patroon.Maar kijken.Niet met het hoofd dat alles wil oplossen, maar met het hart dat kan zien.Dan merk je: slachtoffer, dader en redder zijn allemaal gezichten van hetzelfde verlangen.Het verlangen om erbij te horen, om veilig te zijn, om erkend te worden. Wanneer je dat ziet, verandert er iets.De spanning zakt.De gewoonte om te redden wordt zachter.Er komt ruimte.Ruimte om te zijn met wat er is. Dan verandert het patroon van hard naar zacht, van verdeeld naar heel.In datzelfde patroon mag het slachtoffer zijn kracht voelen, mag de dader ontdekken dat kwetsbaarheid veilig is en mag de redder eindelijk rusten.En dan merk je: het leven draagt zichzelf. Uit het patroon stappen begint klein.Een pauze.Je voelt de gewoonte om te redden? Sta stil. Adem.Voel wat er in jou gebeurt en laat het er zijn.Meer is er niet nodig.En juist dan kan er iets nieuws opkomen, vanzelf. Je hoeft niet meer je best te doen.Niet meer te redden.Je bent er.En dat is genoeg. Dat is het medicijn.Niet voor de ander, maar voor jezelf.En van daaruit begint echt begeleiden:niet vanuit een rol, niet vanuit kennis,maar vanuit aanwezigheid. Vanuit het hart dat alles omvat. En precies dit is waar we in de opleiding mee werken.Je leert herkennen hoe je zelf in het patroon van slachtoffer, redder en dader belandt.En je ontdekt hoe je daaruit kunt stappen, zodat je aanwezig blijft en de ander werkelijk kunt zien.Niet door te redden of te verklaren, maar door de ruimte te openen waarin iets nieuws kan ontstaan.Dank je wel dat je meeleest. Misschien herken je jezelf in dit patroon, misschien zie je het bij anderen. We hoeven er niet tegen te vechten, alleen maar leren kijken. En precies daar ligt de weg naar vrijheid.
- Voorbij de reflex: zien hoe diep conditionering werkt
Na een lange wandeling over het strand belandde ik op het terras van Strand Noord met mijn man Hans en doodle Bram. Ik sta in het damestoilet mijn handen te wassen en zie in de spiegel achter me een lange stoere man richting toilet lopen. Onmiddellijk roep ik: dit is de dames! Ik voel me vandaag anders heel vrouwelijk, grapte hij terug. En daar stond ik dan. Met natte handen, een beetje ongemakkelijk lachend. Mijn automatische piloot had het alweer overgenomen. De reflex om te corrigeren, te waarschuwen, te beschermen. Zonder nadenken. Alsof ik de poortwachter van het damestoilet was. Er horen geen mannen op damestoiletten. Het is zo’n klein moment. Maar precies daar, in die fractie van een seconde, zie ik hoe diep het zit. Hoe snel we in de rol schieten van degene die de regels bewaakt. Die zorgt dat het ‘klopt’. Dat niemand uit de pas loopt. Dat alles veilig blijft, overzichtelijk, voorspelbaar. En hij? Hij lachte erom. Speels, licht, niet geraakt. Alsof hij me uitnodigde om het allemaal wat minder serieus te nemen. Om te ontspannen in het ongemak. Om te zien hoe belachelijk strak die lijnen soms zijn die we trekken tussen ‘hoort wel’ en ‘hoort niet’. Tussen binnen en buiten de lijntjes. We raakten aan de praat, buiten op het terras. Over hoe vanzelfsprekend het is om te reageren vanuit wat je kent. Hoe snel je oordeelt, zonder het door te hebben. Het is bijna ontroerend, hoe we allemaal onze eigen regels en reflexen hebben. Hoe we geconditioneerd zijn door ons gezin, onze cultuur, de tijd waarin we leven. Hoe snel we schrikken als iemand iets ‘anders’ doet. Hoe vaak we onszelf terugfluiten, of de ander. Niet eens bewust. Het gebeurt gewoon. En toch, precies daar, in dat kleine ongemakkelijke moment, zit de uitnodiging. Om te kijken. Om te voelen. Om te onderzoeken: van wie is deze reflex eigenlijk? Wie ben ik als ik niet meteen corrigeer, niet meteen invul, niet meteen de controle pak? En het is precies daar, in het laten gaan van die automatische patronen, dat er iets nieuws kan ontstaan. Iets vrijers. Iets speelsers. Iets wat niet meer gaat over goed of fout, maar over echt contact. Over mens-zijn, voorbij de hokjes. Elke keer dat ik mezelf betrap op zo’n reflex, kan ik kiezen. Niet om het perfect te doen, maar om het te zien. En erom te glimlachen. Geeft niks. Omdat we allemaal geconditioneerd zijn. En omdat we, als we dat durven toegeven, elkaar ineens echt kunnen ontmoeten. Precies daar, op het terras, in het damestoilet, of waar dan ook. Mens tot mens. Voorbij de reflex. Voorbij het oordeel. Gewoon, echt.
- Je lijf is niet tegen je
Bij lichamelijk ongemak lijkt het vaak alsof je lijf de vijand is. Maar kijk eens dieper. Veel van wat je voelt heeft wortels in systemische stukken en oude pijn uit je jeugd. Het innerlijk kind dat ooit dacht: dit wil ik niet voelen. Het ergste wat kan gebeuren? Dat je emoties boven komen. En je valt niet uit elkaar, hoe heftig het ook lijkt. Je hebt het allemaal al eens gevoeld, alleen toen weggezet. Nu zeg je: dit wil ik wel voelen. Want het ís er al. Zoals Gabor Maté laat zien: wat niet geuit kon, zoekt een weg in je lijf. En zoals Byron Katie zegt: verzet maakt lijden. Wanneer je stopt met vechten en opent voor wat er is, merk je: ik bén niet machteloos. Je lijf is niet tegen je. Het probeert je iets te laten zien.
- Je leeft het leven niet. Het leven leeft jou.
Soms voel ik mezelf meebewegen in het verhaal van de ander, alsof ik er meteen iets mee moet. Dan re-ageer ik: ik doe iets terug, ik ga ertegenin, zit meteen te vergelijken ook. Het is een reflex, een oud mechanisme dat ooit nodig was om te overleven. Maar als ik even wacht, ontstaat er ruimte en in die ruimte kan ik kiezen. Geef ik een respons vanuit mijn gezonde zijn, of laat ik het gewoon voorbijgaan? Want ik hoef me niet te bemoeien met wat de ander doet of laat. Ik trek me niet terug, ik doe de deur ook niet dicht. Ik blijf open en aanwezig, maar zonder mee te bewegen met de ander. Dan ben ik er wel, maar niet als degene die moet oplossen, invullen of verklaren of het beter te weten. Of om er helemaal mee eens te zijn en te vervloeien. Alles beweegt vanzelf, ook zonder dat ik er iets mee doe, want zo belangrijk ben ik niet. En misschien is dit wel wat echt luisteren is: luisteren zonder bemoeien, zonder invullen, waar het ik-idee vanzelf verder oplost.
- Ontdek hoe afwijzing je gevangen houdt en waarom een nee juist bevrijdt
Afwijzing. Alleen het woord al kan iets in je wakker maken. Een krimp in je buik, een spanning in je borst, misschien zelfs een oude herinnering aan een moment waarop je niet kreeg wat je vroeg. Het is zo’n universeel gevoel dat je bijna zou denken dat het bij het leven hoort zoals ademhalen. Toch doen we er alles aan om het te vermijden. We draaien eromheen, stellen vragen als “Wat wil jij?” of “Zeg jij het maar”, in de hoop dat we niet hoeven horen wat we niet willen horen: nee. Want een nee voelt niet alleen als een weigering van ons verzoek, maar vaak ook als een afwijzing van wie we zijn. En precies daar zit de angel. Want zolang we geen nee kunnen ontvangen, blijven we gevangen in patronen die ons klein houden. Waarom een nee zo pijnlijk voelt Het begint vaak klein. Je wilt iets, maar je durft het niet te vragen. Bang voor het antwoord. Bang voor de afwijzing. Dus houd je je in. Je kijkt naar de ander, voelt de stemming in de kamer. “Wat wil jij eten?” “Zeg jij het maar.” “Maakt mij niet uit.” Het lijkt onschuldig, maar onder die woorden schuilt angst. Angst dat jouw verlangen niet welkom is, dat je te veel of juist te weinig bent, dat je lastig of behoeftig bent. En dus leer je jezelf aan om niet te veel te willen. Om te wachten tot de ander iets zegt. Want zolang jij je verlangen niet uitspreekt, kun je ook geen nee krijgen. En zolang je geen nee krijgt, hoef je de pijn van afwijzing niet te voelen. Maar het gevolg is dat je jezelf kwijtraakt. Je weet op een gegeven moment niet meer wat je eigenlijk wilt. Je raakt verstrikt in het please-patroon, altijd gericht op de ander. Je relaties worden vlak, want echte verbinding vraagt eerlijkheid. En eerlijkheid betekent ook dat je durft te zeggen wat je wilt en dus het risico loopt dat de ander nee zegt. De wet van Sinterklaas Thuis hebben wij de wet van Sinterklaas: zeg wat je wilt, anders krijg je het sowieso niet. Simpel, zou je denken. Maar in de praktijk blijkt het een enorme uitdaging. Want wat als je het zegt en je krijgt het niet? Wat als je je uitspreekt en de ander zegt nee? Dan sta je daar met lege handen, of eigenlijk met een vol hoofd en een vol hart, want alles in je roept dat je niet goed genoeg bent of niet de moeite waard. Als kind durfde ik nauwelijks iets te vragen. Niet omdat ik bang was de harmonie te verstoren want die ervaarde ik praktisch niet, maar omdat ik bang was dat mijn ouders boos zouden worden dat ik überhaupt iets vroeg. Kinderen die vragen worden overgeslagen. En zo leerde ik mezelf stil te houden. Ik wachtte af, paste me aan, hoopte dat iemand zou raden wat ik nodig had. En als ik toch iets uitsprak en het werd afgewezen, voelde dat als een klap. Zie je wel, dacht ik, ik had beter niks kunnen zeggen. Het gevolg: ik trok me terug, werd onzichtbaar, een kameleon die zich aanpaste aan de wensen van de ander. En diep vanbinnen groeide de leegte. Want hoe kun je je gezien voelen als je jezelf niet laat zien? Waarom dit patroon zo hardnekkig is Misschien heb je al vaak geprobeerd het te doorbreken. Je las boeken over assertiviteit, schreef affirmaties op je spiegel, nam je voor vaker voor jezelf te kiezen. Maar zodra het moment daar is, slaat de spanning toe. Je keel knijpt dicht, je hart bonst. Je wilt het wel zeggen, maar je lijf houdt je tegen. Dat is niet vreemd. Dit patroon is oud. Het was ooit een overlevingsstrategie. Misschien was er vroeger weinig ruimte voor jouw wensen. Misschien werd je afgestraft als je iets vroeg, of voelde je dat je alleen liefde kreeg als je je aanpaste. Dan is het logisch dat een nee nu nog steeds voelt alsof jijzelf wordt afgewezen. Je kunt nog zo goed weten dat het niet persoonlijk is, je lijf herinnert zich de oude pijn. De schaamte, het verdriet, de boosheid. En dus ontwijk je het gesprek of laat je de ander kiezen. Alles om niet opnieuw die klap te voelen. Wat het je kost Het vermijden van afwijzing heeft een prijs. Je raakt steeds verder verwijderd van jezelf. Je relaties verliezen hun diepte, want echte verbinding ontstaat alleen als jij jezelf laat zien. Je wordt moe van het pleasen, zegt ja terwijl je nee voelt, of trekt je terug omdat het te veel wordt. En ondertussen blijf je hopen dat de ander vanzelf zal geven wat jij nodig hebt. Maar zolang jij je verlangen niet uitspreekt, blijft het stil. De bevrijding van een echte nee De sleutel is simpel en tegelijk zo moeilijk: een nee zegt niets over jouw waarde. De ander zegt nee tegen je verzoek, niet tegen jou. Het is geen afwijzing van wie jij bent, maar een grens van de ander. En juist die grens maakt echte verbinding mogelijk. Het vraagt moed om te zeggen wat je wilt en nog meer moed om de nee te ontvangen zonder jezelf af te wijzen. Om te voelen wat het met je doet, zonder te vluchten of je stil te maken. Het kan pijn doen, je kunt je weer even dat kind voelen dat niet mocht vragen. Maar juist door die pijn heen komt er ruimte. Ruimte om jezelf te dragen, om te ontdekken dat je helemaal oké bent, ook als de ander nee zegt. We blijven oefenen Bij ons thuis blijft de wet van Sinterklaas geldend: zeg wat je wilt, anders krijg je het sowieso niet. En ja, soms is het antwoord nee. Maar liever een eerlijke nee dan een halve ja die nergens toe leidt. Het blijft spannend. Heel soms voel ik de oude angst nog, de neiging om me in te houden. Maar ik weet: als ik mezelf niet laat zien, kan ik ook niet ontvangen wat ik nodig heb. Dan blijf ik mezelf afwijzen. Dus oefenen we. Iedere dag opnieuw. Zeggen wat we willen, luisteren naar de nee, voelen wat het met ons doet. Soms ongemakkelijk, soms pijnlijk, maar altijd bevrijdend. Want alleen zo ontstaat er echte verbinding, gelijkwaardigheid en liefde die niet om ruilhandel draait. Tot slot De volgende keer dat je een nee krijgt, voel wat het in je lijf doet. Laat het er zijn. Niet als bewijs dat je niet goed genoeg bent, maar als opening naar jezelf. Want juist daar, in dat ongemak, ligt de vrijheid.
- Geluk
Herken je dit? Voor mij was het jarenlang makkelijker om met pijn om te gaan dan met succes, gezondheid of overvloed. Met pijn kon ik omgaan, me eraan overgeven, het uit laten razen. Het voelde bijna vertrouwd, alsof emoties als verdriet, spanning en tekort mijn vaste metgezellen waren. Ik zou kunnen zeggen, verslaafd aan emoties en alles processen. Daar wist ik raad mee, dan had ik weer wat te doen. Maar zodra er ruimte kwam, licht, gemak, wist ik niet meer wat ik ermee moest. Dan verkrampte er iets in mij, alsof er een oude wet gold, dit is niet voor jou. En zo hield ik mezelf onbewust vast in wat zwaar was, terwijl juist ontvangen mijn grootste uitdaging bleek. Misschien herken jij het ook. Het is bijna comfortabel, die zwaarte. Alsof je een oude jas aantrekt die niet lekker zit, maar wel vertrouwd ruikt. Je weet precies hoe je moet bewegen, waar de naden trekken. Je kent de pijn, de tekorten, de spanning. Daar kun je op terugvallen. Maar zodra het leven iets anders aanbiedt, ruimte, licht, gemak, wordt het spannend. Dan wordt het stil vanbinnen. En in die stilte klinkt een stem die zegt, pas op, straks raak je het kwijt. Straks val je door de mand. Straks blijkt dat het niet voor jou bedoeld is. Ik heb mezelf jarenlang verteld dat ik niet bang was voor geluk, maar voor verlies. Maar toen ik het ging onderzoeken, was het het geluk zelf dat ik niet durfde te dragen. Alsof ik niet wist hoe dat moest. Alsof er ergens diep in mijn systeem een oude afspraak lag, wij doen niet aan overvloed. Wij houden het klein, veilig, overzichtelijk. Want als je niet te veel verlangt, kun je ook niet te veel verliezen. Systemisch gezien is dat geen toeval. Vaak dragen we onzichtbare loyaliteiten met ons mee. Misschien was er in jouw familiesysteem weinig ruimte voor vreugde. Misschien was er, net zoals in mijn systeem, ziekte, verlies, oorlog, armoede. Misschien was het niet veilig om te stralen, om te ontvangen, om te genieten. En dus leerde je, ik pas me aan. Ik blijf bij de pijn, bij het tekort, bij het bekende. Want dat is wat hoort. Dat is wat verbindt. Maar ergens in jou is er ook een verlangen. Naar licht. Naar ruimte. Naar gemak. Naar ontvangen, zonder schuld en schaamte. Naar leven, zonder te hoeven compenseren. Precies daar ontstaat spanning. Je hoofd zegt, ga ervoor, je mag het jezelf gunnen. Maar je lijf, je zenuwstelsel, je hele systeem zegt, wacht even, dit is onbekend terrein. Hier zijn we niet op voorbereid. Wat doe je dan? Meestal ga je terug naar het oude. Je zoekt weer de spanning op, de pijn, het tekort. Niet omdat je dat leuk vindt, maar omdat het veilig voelt. Bekend. En zo houd je jezelf gevangen, zonder dat je het doorhebt. Tot het moment dat je het ziet. Dat je voelt, dit is niet van mij alleen. Dit is oud. Dit is systemisch. Dit is een patroon dat ooit ergens is ontstaan, misschien wel generaties terug. En dan begint het werk. Niet door harder je best te doen om gelukkig te zijn. Niet door affirmaties of positieve gedachten. Maar door te erkennen wat er is. Door te voelen waar je jezelf tegenhoudt. Door te zien wie of wat je onbewust trouw blijft. Dat is spannend. Het vraagt iets van je wat je niet kunt forceren. Maar op het moment dat je het patroon ziet, kun je kiezen. Niet vanuit wilskracht, maar vanuit bewustzijn. Je kunt het oude eren, zonder het nog langer te hoeven dragen. Je kunt ruimte maken voor iets nieuws, zonder je schuldig te voelen. Je kunt oefenen met ontvangen, met gemak, met overvloed. Al voelt het onwennig. Al protesteert er van alles in je systeem. Je hoeft je niet te schamen voor het mooie wat je toevalt. Het vraagt moed. Om te blijven bij wat er gebeurt als het leven je iets geeft. Om niet meteen terug te grijpen naar het oude. Om te ademen, te voelen, te wachten. Tot het nieuwe een beetje vertrouwd raakt. En weet je? Je hoeft het niet alleen te doen. Juist in de bedding van systemisch werk, familieopstellingen, coaching, kun je onderzoeken waar je jezelf nog tegenhoudt. Je kunt zichtbaar maken wat onzichtbaar was. Je kunt het oude bedanken en het nieuwe verwelkomen. Stap voor stap. In jouw tempo. Want ontvangen is misschien wel het moeilijkste wat er is. Maar het is ook het mooiste cadeau dat je jezelf, en je systeem, kunt geven. Dus als je merkt dat je steeds terugvalt in zwaarte, tekort, spanning, weet dan, je bent niet gek. Je bent niet zwak. Je bent trouw. Aan iets ouds. En je mag nu kiezen voor iets nieuws. Dat is geen egoïsme. Dat is liefde. Voor jezelf. Voor je systeem. Voor het leven dat door jou heen wil stromen. En ja, het is spannend. En ja, het is kwetsbaar. Maar het is ook echt. En dat is waar het begint. Geluk
- Ik red me wel hoor! Het overlevingsmechanisme achter de glimlach
Ik red me wel hoor! Het overlevingsmechanisme achter de glimlach Ik hoorde laatst een man zeggen, met een minzame glimlach: ik red me wel hoor, ook financieel. Terwijl ik wist dat de cijfers er allesbehalve rooskleurig uitzagen.En ik dacht: hoe oud ben je eigenlijk vanbinnen als je dit zegt?Waarschijnlijk nog een kind. Het klinkt stoer, bijna stoïcijns: het gaat wel goed, ik red me wel. Maar vaak is het een overlevingsmechanisme dat ooit nodig was in een jeugd waar veiligheid ontbrak. Wanneer je als kind moet geloven dat je je eigen behoeften kunt vervullen, omdat je ouders dat niet deden of niet konden, dan houd je jezelf levenslang voor dat het wel goed gaat. Systemisch gezien zien we vaak één of beide afwezige ouders. Kinderen die in de steek zijn gelaten. Van de ouders gescheiden worden om welke reden dan ook. Een ouder die overleed. Of een broertje of zusje. En als dat gebeurt in een gezin moet je vaak de levende ouder ook missen, wanneer die niet het verdriet kan toelaten. Deze kinderen zijn op emotioneel vlak ernstig tekort gekomen. Je zou kunnen zeggen dat deze kinderen een verstoorde ouder-kind relatie hebben. De kinderen raken gedissocieerd van hun gevoel, net als de ouder. Rationalisatie wordt dan het overlevingsmechanisme: als ik er een verhaal van maak, dan voel ik de leegte niet. Maar de prijs is hoog. Deze mensen verliezen vaak ook het vermogen om te ontvangen. Wanneer iemand hen iets wil geven, voelen ze zich niet gezien maar juist beledigd. Alsof het een oordeel is, een insinuatie dat ze het zelf niet kunnen. En zo wijzen ze af wat eigenlijk bedoeld is als steun of liefde. En niet zelden zie ik bij deze mensen dat het lichaam de rekening gaat presenteren. Auto-immuunziekten komen opvallend vaak voor. Het lijf laat dan zien wat vanbinnen afgesplitst bleef. Wat ooit werd weggeduwd om te overleven, keert terug als een lichamelijk proces dat niet meer te negeren is. Het lichaam wijst ons er dan op dat er iets van binnen niet geïntegreerd is. Dat er delen zijn die nog steeds buiten de deur worden gehouden. Hoe kom je eruit Niet door harder te lachen of jezelf te overtuigen dat het wel goed gaat. Alleen door stil te durven vallen. Door te erkennen wat er toen niet was. Door te voelen dat je als kind tekortkwam. Dat je niet gezien werd in je verlangen en je pijn. Dat er niemand was.. Daar ligt de sleutel: het masker laten zakken. De glimlach die jou altijd redt, even niet opzetten. Toegeven dat je het toen niet kon dragen. En als dat zichtbaar mag zijn, als de tranen er mogen zijn, kan er iets verschuiven. Dan hoeft de vrolijkheid niet langer als pantser te dienen. En pas dan kan ontvangen weer mogelijk worden. Niet als belediging, maar als erkenning. Niet als oordeel, maar als uitnodiging. Dan kan de lach terugkomen, maar niet meer als vlucht. Dan wordt het een echte glimlach. En als je merkt dat dit proces je raakt en je voelt dat het tijd is om echt bij jezelf te komen, dan is er ruimte om dit pad te gaan in een traject zoals Jazz , Je Authentieke Zelf Zijn. Daar gaat het precies hierover: thuiskomen in jezelf, voorbij de overlevingsmechanismen. Misschien gaat het er niet over om jezelf te redden, maar om te leren dat je niet langer alleen hoeft te staan. https://www.spiritueelcoach.nl/aanbod/jeauthentiekezelfzijn
- Kansloos! Vechten tegen de realiteit
Stel je voor: het regent. Niet zo’n gezellig miezerbuitje, maar van die dikke druppels die meteen overal doorheen slaan. Je hebt net je haar gedaan. Je had jezelf een dagje strand beloofd. Of je staat op het punt om op de fiets te stappen, want ja, je had bedacht dat het vandaag eindelijk eens meezit. En dan begint het. Mopperstand aan. Serieus? Nu? Waarom nou precies nu? Je voelt het al borrelen. Irritatie. Onmacht. Alsof de regen speciaal voor jou is gekomen om je dag te verpesten. Ik ken dat nog wel. Dat gevecht met de realiteit. Alsof je met je vuisten tegen de lucht kunt slaan en het water weer terug de wolken in kunt duwen. Kansloos. Maar toch, ergens in mij bleef dat kind staan stampvoeten. Dit wil ik niet. Dit mag niet. Dit hoort niet. En dan, als je een beetje geluk hebt, word je je ervan bewust. Je ziet jezelf mopperen. Je weet: ik ga dit niet winnen. De regen trekt zich niks aan van mijn stemming. Die valt gewoon. Onverstoorbaar. Onaangedaan. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is. En dat is het natuurlijk ook. Dus dan komt het volgende stadium. Je probeert het te accepteren. Oké, het regent. Het mag er zijn. Ik accepteer dat het regent. Je zegt het misschien zelfs hardop, alsof je daarmee iets verandert aan de situatie. Maar wtf, hoezo dan? Die regen ís er al! Die heeft mijn toestemming niet nodig! Alsof het universum even op mij wacht tot ik zeg: ja hoor, nu mag het regenen. Hahaha! Of ik het nu accepteer of niet, het regent gewoon. Punt. En vervang het woord regen eens door het woord verdriet. Of tranen. Of gevoel. Het werkt precies hetzelfde. Je kunt stampvoeten. Mopperen. Proberen het weg te duwen. Je kunt jezelf voorhouden dat je het accepteert, omdat dat zo lekker spiritueel klinkt. Maar ondertussen… het ís er al. Dat gevoel. Die pijn. Die tranen. Ze vragen niet om jouw goedkeuring. Ze komen gewoon. Net als de regen. En misschien is dat wel het enige wat er nodig is. Zien dat het er is. Zonder gevecht. Zonder toestemming. Zonder jezelf wijs te maken dat je het onder controle hebt. En ook zonder er een mooi verhaal van te maken. Want uiteindelijk, als je ophoudt met vechten, merk je dat het vanzelf weer droog wordt. Dus de volgende keer dat het regent, buiten, of in jezelf, kijk eens of je gewoon kunt opmerken: het is er. Punt. Meer niet. En dat is genoeg.