top of page

Relaties als spiegels van het systeem

Bijgewerkt op: 3 dagen geleden

Ontdek hoe relatieproblemen ontstaan door onbewuste herhaling van je familiesysteem


Het is een pijnlijk mysterie. Je wilt zo graag verbinding, maar telkens weer bots je op dezelfde muur. Je doet je best, praat, leest boeken over communicatie, volgt misschien zelfs relatietherapie. Toch blijven de relatieproblemen zich herhalen. Alsof je gevangen zit in een onzichtbaar patroon, dat zich steeds opnieuw afspeelt – met deze partner, of de vorige, of misschien zelfs in vriendschappen en op je werk.


Herken je dat? Je verlangt naar liefde, naar gezien worden, naar veiligheid. Maar diep vanbinnen is er ook twijfel. Iets klopt er niet. Je voelt het in je lijf, in de spanning tussen jullie, in de kleine irritaties die uitgroeien tot ruzies waar je allebei uitgeput van raakt. Je vraagt je af: waarom lukt het niet? Waarom voel ik me niet echt vrij in deze relatie?


In dit blog neem ik je mee in wat er werkelijk speelt onder relatieproblemen. Niet het oppervlakkige gedoe, maar de diepere laag: hoe je onbewust de dynamiek uit je familiesysteem herhaalt. Hoe je partner een spiegel wordt voor wat jij nog niet hebt aangekeken in jezelf. En wat er nodig is om uit die verstrikking te komen, zodat je eindelijk op eigen benen kunt staan – in je relatie én in je leven.


De aantrekkingskracht van oude pijn


Het klinkt misschien gek, maar vaak zijn we het meest aangetrokken tot mensen die iets in ons aanraken wat we zelf nog niet hebben geheeld. Dat kan een soort thuiskomen voelen. Alsof je elkaar al jaren kent. Je herkent iets in de ander, een vertrouwdheid die bijna magisch is. Maar wat je herkent, is niet altijd liefde. Soms is het gedeelde pijn.


Ik weet nog goed hoe dat bij mij ging. Mijn eerste serieuze relatie voelde als een warm bad. Eindelijk iemand die mij zag, die begreep waar ik vandaan kwam. Maar na een tijdje merkte ik dat ik steeds harder mijn best deed om die verbinding vast te houden. Ik werd pleaserig, verloor mezelf, raakte geïrriteerd als hij zich terugtrok. En hij deed hetzelfde, maar dan andersom: hij trok zich terug, werd stil, onbereikbaar. We zaten gevangen in een dans die we allebei kenden uit ons gezin van herkomst. Alleen zagen we dat toen nog niet.


Misschien herken je het. Je verlangt naar nabijheid, maar zodra het te dichtbij komt, trek je je terug. Of je klampt je juist vast, bang om verlaten te worden. Je partner doet precies het tegenovergestelde. En zo blijf je elkaar vinden in een patroon dat je niet kunt doorbreken.


Wat gebeurt er als je vastzit in deze dynamiek?


Relatieproblemen krijgen dan een heel andere lading. Het gaat niet meer over wie er gelijk heeft, of wie wat doet. Het gaat over iets veel diepers: een oud gemis, een verlangen dat nooit echt is vervuld. Je probeert het alsnog te krijgen van je partner. Liefde. Erkenning. Gezien worden. Maar de ander kan dat nooit helemaal geven, want het is niet van nu. Het is van vroeger.


En dat voel je. Je voelt het als je partner niet reageert zoals je hoopt. Als je je afgewezen voelt, terwijl je rationeel weet dat het niet zo bedoeld is. Als je boos wordt om iets kleins, maar eigenlijk huilen wilt om iets groots. Je voelt het in de leegte na een ruzie, als je allebei uitgeput op de bank zit en niet meer weet hoe je verder moet.


Wat je niet aankijkt in jezelf, projecteer je op de ander


Dit is het pijnlijke stuk. Wat je niet hebt aangekeken in jezelf, draag je onbewust over op je partner. Je projecteert je eigen onvervulde behoeften, je oude pijn, je schaamte en angst op de ander. Je hoopt dat hij of zij het voor je oplost, je redt, je gelukkig maakt. Maar dat kan niet. Niemand kan dat voor jou doen.


Ik heb het vaak gezien in opstellingen. Twee mensen die elkaar aantrekken omdat ze allebei een wond dragen. Ze herkennen elkaars pijn, maar kunnen het niet voor elkaar dragen. En als het spannend wordt, gaan ze elkaar verwijten maken. Jij doet dit, jij doet dat. Maar onder die verwijten zit iets anders: een kind dat roept om gezien te worden. Om liefde. Om erkenning.


En zolang je dat niet ziet, blijf je vechten. Tegen elkaar, maar eigenlijk tegen jezelf. Je raakt verstrikt in een patroon dat niet van jou is, maar van je familiesysteem. Je probeert alsnog te krijgen wat je als kind hebt gemist. Maar de ander kan dat niet geven. En dat doet pijn.


Waarom is het zo lastig om uit deze verstrikking te komen?


Misschien heb je al van alles geprobeerd. Praten, analyseren, relatietherapie, zelfhulpboeken. Je snapt het allemaal wel. Je weet waar het vandaan komt. Maar toch verandert er niets. Waarom?


Omdat het niet genoeg is om het te begrijpen. Je kunt je pijn niet wegdenken. Je kunt het niet oplossen met je hoofd. Sommige dingen willen niet verwerkt worden, die willen doorleefd worden. Gevoeld. In je lijf, niet in je hoofd.


Dat is confronterend. Want het betekent dat je je moet overgeven aan wat er is. Aan de pijn, de leegte, de angst. Je moet het toelaten, niet wegduwen. En dat is precies wat we als kind hebben geleerd om niet te doen. We hebben geleerd om te overleven. Om ons aan te passen, te pleasen, te vechten of te vluchten. Alles om maar niet te hoeven voelen wat te groot was om te dragen.


En nu, in je relatie, word je opnieuw uitgenodigd om dat oude stuk aan te kijken. Niet om het op te lossen, maar om het te erkennen. Zodat het je kan loslaten.


De rol van schaamte, angst en loyaliteit


Er is nog iets wat het lastig maakt. Schaamte. Angst. Loyaliteit aan vroeger. Misschien heb je geleerd dat je niet mag klagen. Dat je sterk moet zijn. Dat je je ouders niet mag afvallen. Dus houd je je in. Je slikt je verdriet in, je lacht het weg, je doet alsof het allemaal wel meevalt.


Maar wat je verzwijgt, wordt voelbaar in het veld tussen jullie. Je partner voelt dat er iets niet klopt. Dat je niet helemaal aanwezig bent. Dat je iets achterhoudt. En dat roept wantrouwen op, zonder dat iemand weet waarom.


Ik heb het zelf vaak meegemaakt. Dat ik dacht dat ik alles goed deed, maar dat mijn partner toch zei: ik voel je niet. Je bent er niet echt. En ik snapte het niet. Tot ik ontdekte dat ik nog steeds delen van mezelf verborgen hield. Uit angst om afgewezen te worden. Uit loyaliteit aan mijn gezin van herkomst. Omdat ik dacht dat het niet veilig was om mezelf helemaal te laten zien.


Wat gebeurt er als je niets doet?


Als je deze patronen niet aankijkt, blijven de relatieproblemen zich herhalen. Je blijft zoeken naar erkenning bij de ander, maar vindt het niet. Je raakt steeds verder verwijderd van jezelf én van je partner. Soms leidt het tot afstand, ruzies, of zelfs een breuk. Maar zelfs als je uit elkaar gaat, neem je het patroon mee naar de volgende relatie.


En dat is misschien wel het pijnlijkste. Je denkt dat het aan de ander ligt, maar uiteindelijk kom je jezelf weer tegen. Steeds opnieuw. Tot je besluit om het anders te doen.


Hoe kom je uit de destructieve verstrikking?


De eerste stap is erkennen dat je vastzit in een oud patroon. Niet om jezelf te veroordelen, maar om eerlijk te zijn. Ja, ik draag iets mee wat niet van nu is. Ja, ik projecteer mijn pijn op de ander. Ja, ik verlang naar iets wat mijn partner niet kan geven.


Dat is pijnlijk. Maar het is ook bevrijdend. Want als je het ziet, kun je kiezen. Je kunt besluiten om het niet langer buiten jezelf te zoeken. Om verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen gevoelens, je eigen pijn, je eigen verlangens.


Dat begint met voelen. Niet analyseren, maar voelen. Waar zit de pijn? Waar voel je leegte, gemis, angst? Kun je erbij blijven, zonder het op te lossen? Kun je jezelf geven wat je als kind hebt gemist? Liefde, erkenning, veiligheid?


Soms lukt dat niet alleen. Soms heb je iemand nodig die met je meekijkt, die je helpt om het oude patroon te zien en te doorbreken. Dat is waar systemisch werk en familieopstellingen zo krachtig zijn. Ze laten zien waar je verstrikt bent geraakt, waar je nog loyaal bent aan vroeger, waar je jezelf bent kwijtgeraakt.


En als je dat ziet, kun je loslaten. Niet door te vechten, maar door te erkennen. Door te rouwen om wat er niet was. Door te voelen wat je hebt gemist. En dan, heel langzaam, ontstaat er ruimte. Voor jezelf. Voor de ander. Voor een relatie die vrij is van oude pijn.


Wat kun je nu doen?


Misschien voel je nu weerstand. Of verdriet. Of opluchting, omdat je eindelijk begrijpt waarom je steeds weer tegen dezelfde relatieproblemen aanloopt. Wat je ook voelt: het is welkom. Het mag er zijn. Omdat het er al is.

Relaties als spiegels van het systeem Sonja Elferink Spiritueel Coach

Als je merkt dat je vastzit in patronen die je niet kunt doorbreken, nodig ik je uit om dieper te kijken. Niet alleen met je hoofd, maar met je hart en je lijf. Systemisch werk en familieopstellingen kunnen je helpen om te zien waar je nog gevangen zit in het verleden. Zodat je jezelf kunt bevrijden, en eindelijk op eigen benen kunt staan in je relatie, in je werk, in je leven.


Wil je leren hoe je deze patronen doorbreekt, niet alleen voor jezelf maar ook om anderen te begeleiden? Meld je dan aan voor de opleiding familieopstellingen en systemisch werk. Hier leer je niet alleen de theorie, maar vooral hoe je vanuit je eigen proces zuiver en belichaamd kunt begeleiden. Zodat je niet alleen weet hoe het moet, maar het ook echt bént. En dat is de grootste vrijheid die er is.


 
 
 

Commentaires


bottom of page