top of page

Oneerlijkheid, :-|

Bijgewerkt op: 11 okt. 2020

Ik... Ik ben het... Zelf... De hele tijd al. En ik wist het niet. Ik mocht het niet zijn. Kón het niet zijn.

De leugenaar, de jokkebrok. En de rest van de wereld maar de schuld geven...


Vanuit het gevoel ‘de rest van de wereld en ik’. (dat bestaat niet want alles is één)

Hoe kon ik het ook weten? Want ik ben eerlijk. Altijd.

Zelfs als het sociaal niet zo gepast is. Eerlijk was mijn norm geworden. Mijn waarde. En alleen maar omdat oneerlijkheid er niet mocht zijn. Niet mocht voelen.


Dus innerlijk was ik bezig om alles om mij heen te toetsen op eerlijk/oneerlijk.

En ik kan je vertellen dat ik er een soort zintuig voor had ontwikkeld. Ik werd er achterdochtig van ook.


Vertrouwen in mensen was ver te zoeken. En altijd kwam er wel weer een bewijs dat ik gelijk had.

Dan dacht ik: “Zie je wel, ik zie het goed”.

En zo kon ik wegkomen met mijn eigen gevoel van oneerlijkheid.


Totdat ik het ging onderzoeken.


Want ik realiseerde me dat eerlijkheid en oneerlijkheid twee kanten zijn van dezelfde medaille.

Yin en Yang.

En die twee delen staan niet los van elkaar. Als eerlijk er is, is oneerlijk er ook. Net als dag en nacht. Ik kan alleen maar weten wat dag is omdat het ook nacht is. Dus kan ik weten wat eerlijk is omdat ik ook weet wat oneerlijk is.

Maar ik was niet oneerlijk. Dacht ik. Wilde ik.


Totdat er een inzicht kwam dat ik ook oneerlijk ben. En naar mezelf nog wel het meeste.


Pfff wat pijnlijk was dat. Dikke tranen en een gevoel van falen. Ik kon het niet langer ontkennen. Het gevoel van oneerlijk had ik ver weg gestopt. Afgekeurd.


Wat ik me realiseerde was dat ik toch echt een leugenaar ben. Net doen alsof het altijd goed met me ging. Alsof ik altijd alles aankon. De perfecte moeder was. De gezellige vriendin die altijd in was voor iets leuks.

Maar dat klopte van geen kanten.

Want ik had niet altijd zin om wat leuks te doen.


En een perfecte moeder? Ik zag mezelf weer staan, schreeuwend tegen de kinderen dat ze hun troep moesten opruimen. Dikke dikke tranen…

Als er iemand oneerlijk op deze planeet is, ben ik het wel. Wie anders?


Maar dat mag toch niet? Als kind leren we al dat oneerlijkheid er niet mag zijn. We zingen er zelfs een kinderliedje over. Melk met witte brokken, kindje mag niet jokken.

En ik had dat goed in m’n oren geknoopt als kind. Want als ik jok worden de mensen boos.


En dat wilde ik natuurlijk niet. Ik wilde erbij horen. Geaccepteerd worden. Ik wilde dat er van me gehouden werd. En er werd niet van me gehouden als ik jokte.

Maar wat gek eigenlijk. Ieder kind jokt! Het hoort erbij. Het mag ervaren worden. En als het gevoel van jokken er mag zijn zal eerlijk er ook zijn. Op een heel natuurlijke manier.


Ik paste op mijn kleinzoon Thijmen van toen bijna drie jaar en hij wilde wel rozijntjes. Nou, dat vond ik niet zo’n goed idee. We hadden net ontbeten.

Maar hij wilde ze echt heel graag en begon te zeuren. Nee zei ik, je mag straks rozijntjes, als het koffietijd is, (alsof een driejarige weet wat dat is hahaha).


Maar Thijmen had zijn zinnen erop gezet en liep naar de pot met rozijnen. Ze stonden in de open kast in de keuken. Hij ging met z’n rug naar me toe staan en pakte twee handen vol.

Ik zei: ‘wat heb je in je handjes Thijmen’? ‘Niks oma’! ‘Laat eens zien dan’, zei ik rustig.


En Thijmen draaide zich om met zijn handjes op zijn rug. ‘Niks oma’, zei hij verontwaardigd.

‘Oooh heb je écht niets in je handjes’?

En ik bleef hem rustig aankijken, innerlijk glimlachend.

Het kleine toetje van Thijmen werd langzaam rood, zijn lipje begon te trillen, barste in huilen uit en hij liet zijn handjes zien vol rozijnen.

Aaaah, wat aandoenlijk was dat. Het gevoel van jokken kwam bij hem omhoog en wat mij betreft mocht het er helemaal zijn. Ik keurde zijn gedrag niet af. In tegenstelling tot wat ik zelf had geleerd en ik mijn kinderen had geleerd.

Ik nam Thijmen op schoot en vertelde dat het helemaal oké was. Dat jokken niet erg is én dat het niet fijn voelt. Doordat deze ervaring er helemaal mocht zijn heeft hij zélf ervaren dat jokken niet fijn is, in plaats van dat ik zeg dat het niet mag.

Hij voelde de ongemakkelijkheid van jokken en dat is al naar genoeg. Als er ook nog eens afwijzing overheen komt is er een dubbele pijn. En daar moet je dan maar mee dealen als kind. Best heftig.


Eerlijk en oneerlijk. En weet je? Als je je niet eerlijk bent naar jezelf ben je het ook niet naar de buitenwereld. Want dat wat je van binnen bent straal je uit naar buiten.

Zo binnen zo buiten.

Sterker nog, dát wat je onderdrukt in jezelf, laat het leven je zien, iedere keer weer, net zolang totdat je het gevoel aanneemt.

Voel het maar. Onderzoek het maar.

Is dat wat je in de buitenwereld aantreft niet het zelfde als wat er bij jou vanbinnen speelt? Bewust of onbewust? Ik heb ontdekt dat er geen verschil is tussen binnenwereld en buitenwereld. En dat is wel zo rustig.


250 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Voelen

Projectie

bottom of page